Maar wat is geloof?

In het animisme gelooft de mens als het ware nog niet aan God, – hij gelooft in natuurkrachten, geesten, demonen, die zich later tot goden kunnen objectiveren – terwijl in de beide Indische stelsels die ik noemde de mens niet meer aan God gelooft. Nu mag men geneigd zijn dit alles als voorstadium respectievelijk nastadium of stadium van verval te beschouwen van de ware, monotheïstische (of desnoods polytheïstische, of henotheïstische*) godsdienst, een boeddhist of jaïnist zou tegen deze opvatting waarschijnlijk ten scherpste protest aantekenen. Zijn agnostische, of atheïstische standpunt is voor hem het allerhoogste wat zich in de religie bereiken laat. Juist terwille van de zuiverheid van zijn religieus streven ontkende Boeddha het bestaan van God en goden; dat zijn volgelingen van deze leer zijn afgeweken, dat vooral het noordelijke boeddhisme (de z.g. Mahayana) zich aldra van een zeer uitgebreid pantheon voorzag, doet hieraan niets af. We hebben hier te doen met een religie – die waarlijk die naam verdient – die God niet nodig meent te hebben; een godsdienst zonder God; een geloof zonder God. Hoewel het boeddhisme sterk de nadruk legt op kennis en inzicht mogen we hier toch rustig van ‘geloof’ spreken: de boeddhist ‘gelooft’ in de universele betekenis van het lijden en in de mogelijkheid dit lijden op te heffen: dit is zijn heilige waarheid, het essentiële van zijn religie. Hieruit volgt dat wij de definitie ‘geloof in God’ moeten laten vallen en ons tot het ‘geloof’ als zodanig moeten beperken. Religie is geloof, zonder meer.

Maar wat is geloof? Ik zal de lezer niet vermoeien met een opsomming van de verschillende taalkundige aspecten, die deze term biedt. Ook zonder dat ik het erbij zeg, zal het wel duidelijk zijn, dat ‘geloof’ hier niet moet worden opgevat in de betekenis van een theoretisch menen – dat wat de Griekse filosofen ‘doxa’ noemden, in tegenstelling tot de ‘episteme’**, of het kennen – en dat het een enorm verschil maakt, wanneer ik zeg: ‘Ik geloof in God’, of ‘Ik geloof dat het morgen mooi weer zal zijn’.

 

Fragment pag. 14 uit De toekomst der religie; eerste druk, in de Meulenhoff Editie 1975; zesde druk 1992.
Van deze editie zijn nog exemplaren te koop, zie de rubriek ‘Te koop

* Henotheïsme: variant op het polytheïsme, stelt dat er vele goden zijn, maar dat een daarvan de allerhoogste is, de andere slechts ondergeschikt zijn en niet hetzelfde niveau van 'god-zijn' hebben.
http://nl.wikipedia.org/wiki/God

** Zie ook http://www.dur.ac.uk/philosophy.department/modules/reading/ctl/CLL2.HTM