Twee korte fragmenten uit De koperen tuin, roman van S. Vestdijk


Terstond was hij op zijn qui vive. – ‘Zo?’ – En op zakelijke toon:‘Excuseer me even...’ – Hij stond op en haakte de huistelefoon af: ‘Hallo... Ja, Nico, ik kan op het ogenblik geen bezoek ontvangen. Hang dat bordje met 'in gesprek' even op mijn deur, wil je? Ook maar geen telefoontjes doorgeven.’ – En tegen mij: ‘Ik kan de kamer beter op slot doen; laat ik maar eens helemaal geen journalist zijn vandaag... Een der kenmerken van de journalist is, dat de mensen over zijn bed heenlopen om hem te spreken te krijgen.’
‘De journalist leeft dus in een wereld van nachtmerries,’ kon ik niet nalaten te zeggen, terwijl hij zich met dreunende stappen naar de deur begaf om de sleutel om te draaien. Nog voor hij op zijn stoel terug was, hoorden wij Nico met snelle, veerkrachtige tred de trap beklimmen; het aanbrengen van het bord geschiedde geruisloos. Ook elders in het gebouw was het rustig, het bedrijf scheen tijdelijk stilgelegd te zijn.

[...]

Schaatsen

Het gewoel was zo groot, dat men al blij moest zijn weer eens een hoge hoed op te zien duiken. Alléen schaatsten deze bestuursleden doorgaans lui en autoritair over de menigte heenblikkend; met een dame zetten zij er een voorbeeldige vaart in ; in grote gezelschappen vertoonden zij zich ongaarne, daar zij, met al die linten, niet op omstuwde Paasossen wilden gelijken. Over de witte weilanden bood de ijsbaan bijna geen uitzicht, omgeven als zij was door lage, met kreupelhout bezette walletjes. Aan het einde, waar kinderen en ongeoefenden reden, ging dit kreupelhout in wilgen over. Het was hier niet eens zo ver van de singel en de Tuin, en voor mij, even weinig waterbouwkundig als juridisch aangelegd, vormden Tuin en ijsbaan éen geheel : kon men op de laatste rijden, dan moest het ook mogelijk zijn op de vijver voor de muziektent kringetjes te maken, eerst links van de rustieke brug, dan rechts ervan. Hoewel er deze middag geen muziek was, vanwege een repetitie Carmen voor het orkest, gedroeg het schaatsend volk zich vurig en geestdriftig genoeg, en er kwamen forse botsingen voor, waarbij oude vrienden en vijanden, concurrenten, medeminnaars, bedriegers en bedrogenen verbaasd lachend naar elkaar omkeken en hun vrouwen aanspoorden hetzelfde te doen en mee te wuiven.

De koperen tuin, 1950

Aanschaffen via Bol.com

10.95 euro 279 pagina's | Athenaeum-Polak & Van Gennep | juli 2001 |

isbn 978-90-2-535-8778